Kinderen zijn gek op speelhutjes! Een wilgentunnel of -hut biedt natuurlijke verstopplaatsen, plekjes om tot rust te komen of een fantasiespel te spelen. Ontdek hier stap voor stap hoe je er zelf eentje maakt.
Kinderen zijn gek op speelhutjes! Een wilgentunnel of -hut biedt natuurlijke verstopplaatsen, plekjes om tot rust te komen of een fantasiespel te spelen. Ontdek hier stap voor stap hoe je er zelf eentje maakt.
Voor je eraan begint is het belangrijk om de juiste plaats en het juiste moment te kiezen.
Waar?
Wilgen groeien graag op natte, zonnige plaatsen. Onder bomen of in de schaduw zal dit dus niet goed lukken.
Wanneer?
Vanaf begin november tot half maart kan je wilgenbouwsels maken. Het gehakte hout is dan voldoende taai en buigzaam.
Het juiste materiaal verzamelen is essentieel voor je begint:
Weetje: Een levende wilgentunnel kan wel tot 40 jaar blijven leven! |
Voorzie een even aantal plantgaten in de grond. Plaats deze zodanig dat ze een cirkel vormen.
Plaats de wilgentakken in de plantgaten en buig ze naar het plantgat er recht tegenover. Maak ze goed vast aan elkaar met touw, op de plaatsen waar ze elkaar kruisen. Maak je een echte grote wilgenhut? Voorzie dan telkens 2 wilgentakken per plantgat voor extra stevigheid!
Denk na waar je de ingang wil maken. Hier start je met het weven. Werk systematisch in tegen wijzerszin. Je vertrekt dus daar waar je de ingang wil, en start naar rechts
Per plantgat heb je al wilgentakken die naar het plantgat er recht tegenover gaan. Plaats nu per plantgat nog 2 extra wilgentakken bij, die je plooit: eentje naar links, en eentje naar rechts. Maak de wilgentakken telkens op hetzelfde kruispunt vast.
Daar waar je de ingang wil, voeg je ook 2 wilgentakken toe in het plantgat. In plaats van eentje naar links, en eentje naar rechts te plooien, buig je ze allebei naar dezelfde kant (zie tekening).
Na het eerste jaar kun je jonge, nieuwe uitgroei terug inbinden met touwtjes. Op termijn zullen de wilgen sterk genoeg zijn en verweren de touwtjes. Het is aan te raden touwtjes te vervangen, indien nodig.
Denk na over de breedte van de wilgentunnel. Aan de linker- en rechterzijde kan je nu plantgaten boren van 60 cm diep.
Plaats in elk plantgat een wilgentak. Plooi de tak naar het plantgat er recht tegenover en bind de tak daar vast aan de tak die oorspronkelijk in dit plantgat stond. Plooi nadien ook deze tak naar het overliggende plantgat en bindt nu op voldoende plaatsen de takken aan elkaar met touw. Herhaal tot alle bogen klaar zijn.
Plaats in elk plantgat nu 2 extra wilgentakken en plooi deze: eentje naar links, en eentje naar rechts. Maak de wilgentakken telkens goed vast op alle knooppunten.